Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zal men God [39]wetenschap leren, daar Hij de [40]hogen [41]richt? 39. Te weten, waardoor Hij behoefde te verstaan hoe Hij de wereld wijselijk en rechtvaardiglijk zou kunnen regeren. Job wil hiermede voorkomen degenen, die hadden mogen vragen hoe de gerechtigheid Gods lijden kan, dat de goddelozen hier zo zachtkens behandeld worden. Hij antwoordt dat God niemands onderwijs behoeft, zijnde zijn wil de opperste regel van al wat recht en goed is, en daarom zijn regering zowel rechtvaardig als onbegrijpelijk. Vergelijk Gen.18:25; boven, hfdst.8 vs.3, en hfdst.34 vs.12; Rom.3:5,6, en Rom.11:33,34. 40. Versta, de engelen en die in de wereld verheven zijn. 41. Dat is, regeert, of oordeelt.